Samen met VNG-realisatie startte het NWB in oktober 2019 met het verbetertraject vindbaarheid openbare ruimten om gegevens in de basisregistratie adressen en gebouwen (BAG), de basisregistratie grootschalige topografie (BGT) en het NWB beter op elkaar af te stemmen. Wat is de toegevoegde waarde van deze samenwerking en wat zijn de voorlopige resultaten? We spraken hierover met Marcel Rietdijk, thema coördinator basisregistraties en Geo-informatie bij VNG-realisatie, Bert Mast, kwaliteitsmanagement BAG bij Kadaster en Adrie Noorlander, kwaliteitsmanagement BGT bij SVB-BGT. 

Sinds april 2019 wordt het NWB bijgehouden door middel van de drie basisregistraties: de BAG, de BGT en de BRT (basisregistratie topografie). Hoewel dit een goede stap was om de kwaliteit van het NWB te garanderen, merkte het NWB ook op dat bepaalde gegevens over straatnamen soms ontbreken of juist niet klopt in de basisregistraties. Om dit op te lossen, gingen het NWB, VNG-realisatie, Kadaster (BAG) en SVB-BGT met elkaar om de tafel. 

Toegevoegde waarde 

Volgens Marcel Rietdijk is deze samenwerking een goede stap: “We hebben met dit traject door de bestaande kokers heen gebroken. Iedereen draagt vanuit zijn eigen rol iets bij in dit traject. En alleen op die manier krijgen we resultaten.” Bert Mast is het daar mee eens: “In dit traject is er sprake van een win-win-win situatie voor alle betrokken partijen. De toegevoegde waarde zit dan ook niet alleen in elke registratie afzonderlijk, maar juist in het belang om samen de toekomstige ontwikkeling mogelijk te maken en discrepanties voortijdig op te kunnen lossen.” Adrie Noorlander is vooral enthousiast over het feit dat het NWB met dit initiatief is gekomen. “Vanuit de BGT kennen we eigenlijk weinig gebruikers. We ontvangen dus weinig feedback op de kwaliteit en bruikbaarheid van de BGT. Ik zou willen dat veel meer gebruikers op deze manier constateren dat er gegevens ontbreken of onjuist zijn en daar melding van maken. Zo vergroot je alleen maar de bruikbaarheid van het product.” 

Een win-win-win situatie voor alle betrokken partijen

- Bert Mast

Een groter geheel 

Omdat gemeenten de voornaamste bronhouders zijn van de BAG en BGT, moeten zij aan de slag om de informatie op orde te stellen. Alles op basis van vrijwilligheid. Maar hoe krijg je gemeenten zo ver om in beweging te komen met alles wat er al op hun bordje ligt? “Wij proberen de nadruk erop te leggen dat dit verbetertraject onderdeel is van een groter traject, namelijk de doorontwikkeling van een aantal basisregistraties naar één samenhangende objecten registratie (SOR)”, legt Marcel Rietdijk uit. “Ze doen het niet alleen voor het NWB, maar ook voor andere gebruikers, misschien wel voor hunzelf of een collega. Dat helpt om gemeenten te laten inzien dat dit niet zomaar een losse flodder is, maar iets voor de langere termijn.” Volgens Mast is het heel belangrijk om ervoor te waken niet te veel te vragen van gemeenten. “In sommige gemeenten is er maar 1 BAG-beheerder die het in z’n eentje moet rooien dus we moeten oppassen dat we ze niet kopschuw maken”, stelt Mast. “Maar tot nu toe ben ik erg enthousiast over hun bijdrage. Ze hebben allemaal het verbeteren van de kwaliteit hoog in het vaandel staan.” Noorlander vult hem aan. “Links- of rechtsom moeten ze het toch een keer doen, maar het is fijn dat dit traject naar voren is gehaald, omdat er een bepaalde gebruikersbehoefte aan is. Dus je hebt een extra argument om gemeenten eraan te laten werken.” 

Concrete stappen gezet

De eerste fase van het verbetertraject is inmiddels achter de rug. Alle partijen zijn nu al over de resultaten te spreken. “Voor de BGT waren de verschillen in een paar maanden tijd al meer dan gehalveerd”, vertelt Noorlander. De BAG is nog niet zo ver. Mast legt uit hoe dat komt: “Bij de BAG moet een straatnaambesluit worden genomen door het college. Op dit moment komen de colleges door de coronamaatregelen niet of nauwelijks bij elkaar dus dat gaat iets trager dan normaal.” Naar verwachting zijn alle verschillen eind 2020 helemaal opgelost. “We moeten daarna gaan sturen dat de verschillen ook echt beperkt blijven en dat gemeenten netjes de gegevens blijven leveren”, vertelt Mast. Met dit verbetertraject zetten de partijen concrete stappen in de voorbereiding op een samenhangende objectenregistratie (SOR). Dit is de doorontwikkeling van de BGT, BAG en WOZ tot een uniforme registratie met basisgegevens over objecten in de fysieke werkelijkheid.